Volgens staatssecretaris voor Begroting Alexia Bertrand (Open VLD) hebben de energiehervormingen waarover het kernkabinet het vandaag eens raakte “geen negatieve budgettaire impact”. Dat concludeert ze op basis van de ramingen van de federale energiewaakhond Creg en minister van Financiën Vincent Van Peteghem (CD&V). “De hele operatie is budgetneutraal te noemen”, zegt ze.
De federale regering besliste eerder al om het verlaagde btw-tarief van 6 procent op gas en elektriciteit definitief te maken. Om de budgettaire impact te beperken werd er wel een hervorming van de accijnzen voorzien, wat toelaat om het verbruik te sturen en de de btw-verlaging volgens premier Alexander De Croo (Open VLD) “globaal moest compenseren”. Die uitspraak kreeg extra gewicht in het licht van het ontslag van staatssecretaris voor begroting Eva De Bleeker, een partijgenote van de premier. Zij moest opstappen omdat ze de btw-verlaging niet als budgetneutraal in de begroting voor 2023 had verwerkt.
Toch leek de accijnshervorming de btw-verlaging dit jaar in eerste instantie niet te zullen rechttrekken. Minister van Financiën Vincent Van Peteghem sprak bij de voorstelling van zijn plannen zelf van een kostprijs van ongeveer 760 miljoen euro. Een pak lager dan de 1,3 miljard euro die het verlaagde btw-tarief de begroting zou kosten zonder accijnshervorming, maar niet budgetneutraal.
Maar volgens staatssecretaris voor Begroting Alexia Bertrand (Open VLD) is er nu toch geen sprake van een negatieve budgettaire impact. “De hele operatie is budgetneutraal te noemen”, zegt ze maandag.
Concreet komt de regering nog uit op een kostprijs van 34 miljoen euro, het resultaat van een aantal meevallers en van bewuste ingrepen. Zo zorgen de lagere energieprijzen ervoor dat de btw-verlaging nog 893 miljoen euro kost in plaats van 1,3 miljard en dat het uitgebreid sociaal tarief de begroting 297 miljoen euro kost in het eerste kwartaal, in plaats van de voorziene 621 miljoen. Daarnaast besliste de regering om dat tarief af te bouwen, waardoor de voorziene kostprijs van de maatregel voor dit jaar daalt tot 33,6 miljoen euro.
Bertrand spreekt van “een eerste stap in de juiste richting voor de begroting”. Tegelijkertijd blijft waakzaamheid “gezien de huidige volatiliteit” geboden, waarschuwt ze. “De regering zal de volledige situatie van de begroting op het moment van de begrotingscontrole moeten opvolgen.” De begrotingscontrole is voorzien voor maart.