Gent investeert anderhalf miljoen euro om sneller af te raken van ‘eeuwig’ beheer historische gevels

Gent zal deze bestuursperiode anderhalf miljoen euro investeren om 11 gevels voor een laatste keer te renoveren en ze dan opnieuw over te dragen aan de eigenaars. Ruim een eeuw geleden sloot toenmalige burgemeester Emile Braun een deal met eigenaars van historische panden in het centrum. Gent wilde tijdens de wereldtentoonstelling uitpakken met het erfgoed. De stad gaf de gevels een opknapbeurt en beloofde ‘eeuwig’ beheer, de eigenaars betaalden een taks van ‘enkele goudfranken’ per jaar. Dat bedrag werd niet geïndexeerd en bedraagt nu minder dan 1 euro. De kosten voor de stad liepen op. Gent bouwt de regeling daarom sinds 1990 stelselmatig af. 

In 1913 vond in Gent de wereldtentoonstelling plaats. Toenmalige burgemeester Emile Braun wilde uitpakken met het historische erfgoed en spaarde kosten nog moeite. “Hij wilde een oude en middeleeuwse stad tonen aan de toeristen en bezoekers”, vertelt bouwkundig historicus Guido Everaert. “Industriële gebouwen in het centrum moesten verdwijnen, de 19e-eeuwse bepleistering moest weg. Er kwam een renovatiegolf”, zegt Everaert. Onder meer de Gras- en Korenlei kregen een facelift: enkele gebouwen werden er gesloopt, er kwam een Postgebouw en een nieuwe Sint-Michielsbrug. 

Aan het Gravensteen liet Braun de cafés en handelszaken slopen die in de loop der jaren tegen de middeleeuwse burcht aan waren gebouwd. De stad selecteerde daar, en ook elders in het centrum, ongeveer 40 gevels die een grondige opknapbeurt kregen. Gent zou de gevels daarna ook ‘eeuwig’ beheren om zo de erfgoedwaarde te beschermen en te blijven garanderen. De eigenaars van de panden moesten in ruil jaarlijks cijns betalen, een soort belasting. Het ging om één goudfrank per lopende meter. 

“Voor de Eerste Wereldoorlog hadden goudfranken wel wat waarde. Daarna kwam er enorme inflatie waardoor het uiteindelijk, na enkele jaren, nog maar om een habbekrats ging.” De kosten van renovatiewerken bleven wel oplopen, terwijl de inkomsten dus verminderden”, zegt Everaert. 

De stad besefte dat de regeling onthoudbaar werd. “In 1990 besliste Gent om de maatregel stelselmatig aan te pakken. De stad beloofde de eigenaars om telkens nog één renovatie op te nemen en daarna het beheer over te dragen. Het proces is al enkele jaren bezig. Aan het begin van deze bestuursperiode had de stad nog 19 gevels in beheer. Na 2024 zijn dat er nog maar 11”, verduidelijkt schepen Hafsa El-Bazioui (Groen).  

“Stad doet versnelde inspanning”

El-Bazioui benadrukt dat de stad heel bewust extra inspanningen doet. “We hadden deze bestuursperiode ongeveer 500.000 euro voorzien om de gevels te renoveren. We investeren nu een miljoen extra om dat proces te versnellen. Zo vrijwaren we erfgoed én zorgen we dat de druk op het volgende bestuur lager is.” Gent heeft recent al 6 gevels aangepakt, er volgen er nog 2 dit jaar aan de Kraanlei en de Pensmarkt. 

In 2011 besliste de stad ook al om de cijns niet langer te innen bij de geveleigenaars. Het totale bedrag leverde Gent toen samen nog maar 8,66 euro op. Het kostte de stad meer geld om de betalingsbrieven en de administratie te regelen dan de cijns opbracht. Gent hoopt, met de bijkomende investering, op termijn het hele systeem te kunnen afvoeren. “Dit is gewoon niet meer van deze tijd”, besluit El-Bazioui.  

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *