In Stirling in Schotland wordt een herdenkingsmonument onthuld voor Henri Delabastita uit Leuven. Hij kwam exact 80 jaar om het leven bij een crash van zijn gevechtsvliegtuig tijdens WO II. Volgens zijn familie is de herdenking ook bedoeld om de vele soldaten te eren die hebben gestreden voor de vrijheid.
Henri Delabastita uit Leuven, bij ons vrijwel onbekend, moet in WOII een man met een bepaalde reputatie geweest zijn op de militaire basis van Stirling, in Schotland, zo denkt Dirk Delabastita, die Henri zijn grootoom mag noemen. Het verklaart mee waarom zijn tragische dood daar, exact 80 jaar geleden, op 29 januari 1943 tijdens een trainingsvlucht, nu wordt herdacht.
Henri Delabastita haalde al in 1926 zijn militaire pilotenbrevet en maakte deel uit van het Belgische reserveleger. In 1939 werd hij dan ook opgeroepen voor de oorlog. “Maar in 1940 liep het mis”, vertelt Dirk Delabastita in “De ochtend” op Radio 1. “In de Kempen werd hij neergeschoten door het Duitse leger en gearresteerd. Zo is hij terechtgekomen in een kamp in Colditz (waarover in de jaren 70 nog een Britse tv-reeks is gemaakt, red.). Na een paar maanden kwam hij vrij, in omstandigheden die we niet goed kennen.”
Delabastita trok weer naar Leuven om te herstellen. “Maar in februari 1941 heeft hij dan beslist clandestien België te verlaten: door Frankrijk, over de Pyreneeën naar Gibraltar. Onderweg heeft hij dan nog een jaar in de gevangenis gezeten in Barcelona en dan nog eens 2 maanden in een Spaans concentratiekamp. Wellicht onder Britse diplomatieke druk is hij vrijgekomen en naar Engeland kunnen gaan.”
Daar werd de Leuvenaar al snel ingelijfd bij de Britse luchtmacht. “Dat heette de “Belgian Section” van de Royal Air Force. Over de eerste maanden daar hebben we niet veel informatie. Wellicht moest hij een aantal trainingen ondergaan, mogelijk ook deelnemen aan enkele operaties.”
Verongelukt
Goed loopt zijn verhaal helaas niet af. “Op de militaire luchthaven van Stirling kreeg hij in die periode training in een Spitfire, de F-16 van toen. Tijdens een trainingsvlucht is een technisch probleem ontstaan: de zuurstoftoevoer is wellicht dichtgevroren. Hij is het bewustzijn verloren en is gecrasht in moerassig gebied. Het duurde drie dagen voor ze hem vonden. Zijn lichaam is lokaal begraven. Na de oorlog is dat overgebracht naar de begraafplaats in Evere, waar hij ligt op de “pelouse d’honneur”, zoals mijn grootvader dat noemde.”
Amateurarcheologen hebben het verhaal van de crash uiteindelijk opgepikt rond het jaar 2000. “Zij zijn dan met metaaldetectoren en graafmachines de resten van het toestel gaan opgraven. Enkele jaren geleden is dan besloten om een monumentje op te richten voor Henri. Dat wordt vandaag onthuld. Via het internet hebben lokale mensen ons kunnen traceren en ons uitgenodigd om deel te nemen aan de ceremonie.”
Dankzij zijn goede reputatie dus. Maar ook dankzij het “speciale statuut” van zijn vliegtuig, denkt Dirk Delabastita. “Hij vloog met een Spitfire die ‘Gibraltar’ heette. Dat vliegtuig was geschonken door de mensen van Gibraltar, een beetje zoals in Oekraïne vandaag, waar men ook wapens vraagt. Dat vliegtuig werd ingezet als opleidingsvliegtuig.”
Symbolische waarde
Of Dirk trots is op de hulde die zijn grootoom nu krijgt? “Ja en nee. Ja, omdat dat altijd wel wat plezier doet en het is ook een mooi verhaal. Maar anderzijds hebben wij daar geen enkele verdienste aan. En we moeten ook oppassen dat we dat allemaal niet te veel romantiseren. Iedereen heeft de film ‘Dunkirk’ gezien en we stellen ons daar heel veel avonturen bij voor. Maar het waren echte mensen die in heel moeilijke omstandigheden gevaarlijke dingen deden.”
Hij ziet ook een symbolische waarde van de inhuldiging. “Henri was een van de velen die zijn leven heeft opgeofferd voor de vrijheid. In totaal waren er zowat 500 militairen actief bij de Royal Air Force. Duizenden andere soldaten zijn gestorven in die oorlog. Henri was er een van en ik denk dat hij ook symbool staat voor die vele andere die op meer anonieme wijze hun bijdrage hebben geleverd.”