Vanochtend vroeg is het nog zwaarbewolkt tot betrokken op de meeste plaatsen met wat lichte regen of motregen/gemiezer op het koufront. Dat is vooral voor het centrum en oosten. In het westen is het al droog. Dit front verlaat ons vrij snel naar het zuidoosten en daarachter stabiliseert het weerbeeld en wordt het snel droger. We komen dan terecht in polaire zeelucht die licht onstabiel is van opbouw tot ca. 1.2 km. Achter het front krijgen we een wisselend tot met momenten nog zwaarbewolkt weerbeeld met lage wolkenvelden en stapelwolken die zich vormen. Tussendoor kan het wolkendek af en toe nog wat gebroken zijn met een streep zon. Vooral tijdens de voormiddag is het niet uitgesloten dat er lokaal nog een drupje uit een dikkere wolk kan vallen, maar dat is echt maar een lokaal gegeven. Op de meeste plaatsen wordt het overwegend droog. In de loop van de dag blijft er ruimte voor wat zon tussendoor, met vooral stapelwolken en/of lage wolkenvelden en een wisselend bewolkt weerbeeld. In het westen, aan zee zijn de opklaringen breder met veel zon. De opklaringen worden wat breder richting de late namiddag en vooravond. De temperaturen klimmen naar een graad of 8 à 9, maar achter het koufront wakkert de wind fors aan uit noord tot noordwest. De wind waait eerst matig (4 bt), maar wakkert aan tot vrij krachtig, vooral vanaf en na de middag. Er zijn dan tijdelijk maximale windstoten tot 40 à 50 km/u. Later op de namiddag neemt de wind weer ietwat in kracht af.
Vanavond lossen de stapelwolken stilaan op, maar zijn er soms nog velden stratocumulusbewolking bij een gedeeltelijk bewolkt weerbeeld. Vannacht krijgen we stilaan ook even brede opklaringen. Daardoor kan het ook goed gaan afkoelen. De minima komen uit rond waarden die schommelen rond het vriespunt (grosso modo tussen -1 en +1°C). Dat betekent dat het eventjes opletten is voor wat gladheid door ijsplekken die kunnen ontstaan op plaatsen waar het wegdek nog nat is, zeker ook op bruggen. Vooral waar de opklaringen langer breed zijn kan het kwik even onder het vriespunt zakken, waar er wat wolken voorbijdrijven is dat eerder rond het vriespunt. In de opklaringen kan er zich ook nevel vormen en/of ontstaat er grondmist of enkele ondiepe mistbanken (vooral in het landelijk gebied). Vanuit het noordwesten uit kunnen er ook wat middelhoge wolkenvelden binnendrijven. Vooral het uiterste oosten en zuidoosten zijn ook gevoelig voor het ontstaan van lage stratusbewolking. De wind zwakt af tijdens de nacht en wordt zwak uit noord en later noordwest.
Morgen is het weerbeeld nog ietwat onzeker wat de bewolking betreft. Er zit nog vocht gevangen in de onderste luchtlagen en daardoor blijven we gevoelig voor aanvoer van lage wolkenvelden uit het oosten. In de ochtend, waar er nog opklaringen zijn (vooral verder naar het noordwesten) kan er zich nevel en grondmist of (ondiepe) mist vormen. Bij het oplossen daarvan zou de zon even kunnen doorbreken. Vooral in het westen zijn er middelhoge wolkenvelden. Verder naar het oosten en zuidoosten toe zou er zich ook hardnekkige lage stratusbewolking kunnen vormen, met eronder ook nevelige condities. Deze lage wolken kunnen door de wind ook verder westwaarts uitbreiden, waardoor het op meerdere plaatsen bewolkt(er) zou kunnen worden m.u.v. het uiterste westen. Daar zijn er middelhoge wolken en later soms ook stapelwolken. Later op de dag (in de loop van de namiddag en avond) kan de lage wolkenlaag wat dunner worden en eventueel geleidelijk wat oplossen of transformeren naar gebroken (stapel)wolken en/of stratocumulus. Vanuit het noordwesten kunnen er ook wat middelhoge wolkenvelden overdrijven. Na een koude start klimt het kwik morgen later op de dag naar waarden tussen 5 en 8°C. De wind waait morgen eerst zwak uit noordwest tot noord, later ruimend naar noordoost (2 à 3 bft).
De dagen nadien krijgen we een licht winters weertype met tijdens de nachten enkele graden vorst en overdag positieve temperaturen rond 5 à 7°C. Tijdens de ochtend kan er vooral op dinsdag nog wat ochtendgrijs zijn.