Vlaams minister Zuhal Demir (N-VA) heeft zelf meerdere familieleden verloren bij de aardbeving in Turkije. Dat heeft ze verteld in “De zevende dag”. Ze denkt er daarom aan om zelf naar het getroffen gebied te reizen. “Al is het in eerste instantie vooral belangrijk dat er dokters en verpleegkundigen naar Turkije en Syrië worden gestuurd.”
Zuhal Demir heeft Turks-Koerdische roots. De familie van haar vader is afkomstig uit de getroffen regio. “Mijn tante woont in Hatay (een provincie in het uiterste zuiden van Turkije, red.). Mijn vader is zeker al twee neven verloren. Er wordt nog gezocht naar familieleden, buren, kennissen. Voor heel Turkije is dit een bijzonder groot menselijk drama.”
Het verdriet van haar vader heeft veel indruk gemaakt op Demir. “Ik heb mijn vader zien toekomen in mijn keuken op de ochtend vlak na de aardbeving. Ik zat zelf toen in een digitale vergadering over grote dossiers zoals de stikstofkwestie. Maar alles wordt héél klein, als je vader bijna weent van puur verdriet. Verdriet dat veel mensen delen, de verbondenheid is bijzonder groot.”
Demir denkt er dan ook aan om zelf naar het getroffen gebied af te reizen. “Ik wil graag gaan helpen, maar in eerste instantie is het vooral belangrijk om dokters en verpleegkundigen naar het rampgebied te sturen. Daar is immens veel nood aan. Ik heb hier voldoende aan mijn hoofd, maar als het lukt, dan wil ik ter plaatse gaan, ook al zal ik zelf niet veel kunnen doen. Dat heb ik ook tegen mijn vader gezegd, want hij wil zijn familie gaan helpen. En hij wil met eigen ogen zien hoe ze hulp naar het dorp van mijn tante brengen.”
Voorlopig blijft Demirs tante in het rampgebied, zoeken naar vermiste familieleden en kennissen. “Ze blijven ter plaatse om te zoeken, want de dagen tikken weg. Daarom wil niemand daar voorlopig weg. Ik zie zowel in ons land als in Turkije zelf hoe het hele land rouwt.”